Dichtgemetseld.

Het gedicht van vandaag is van de hand van Charles Ducal. Het schetst met krachtige metaforen een samenleving waar elke reële openheid is verdwenen. Het is een cultuur die zwelgt in materiële (en culturele) zelfvoldaanheid en die niet doorheeft dat zijn wereld dichtgemetseld is. Ook de mensen die fel gehavend door het leven moeten – bv. door oorlog, honger, natuurrampen – (zie de drie laatste versregels) veroorzaken in onze tijd niet meer dan emotionele rimpels in een glad wateroppervlak.

Met die geslotenheid valt niet te leven. Voor de dichter is de sociale micro- en macroproblematiek het breekijzer dat de afgesloten ruimte moet open wrikken. Voor mij is dat het bijbelse narratief, dat de gekneusde mens draagt en vanuit het verleden op mij toekomt als realisatie en als belofte voor een open toekomst. En dat ook impliceert dat omgezien wordt naar de zieke, de gevangene, de vluchteling, de hongerige, de naakte, … (Mt.25) Maar als de grote verhalen in de samenleving hun impact verliezen, dan dreigt er inderdaad een niemandsland, waar de ‘tegenwoordigheid van het vlees’ tiranniek heerst.

De tegenwoordigheid van het vlees

Op aarde heerst
de tegenwoordigheid van het vlees.
Het bidt, het prevelt, het schreeuwt
om niet in ontbinding te raken.

Voorzien van het nodige voer
groeit het moeiteloos op
tot rechthebbende zwaarte

en graast in verveelde colonnes
de werkelijkheid af. Maar ’s avonds
koopt het een ticket om in de schouwburg

zichzelf te verlaten.
Want het wordt graag doorzongen
en op de hoogte gebracht van zijn gewicht,

dat monter is, vederlicht.
Het vlees in goede staat, in de spiegel gebaad
kan haast tot gewichtloosheid raken.

Het heeft een zin en een doel.

Ondervoed en gehavend
is het vrij op te rapen
als brandstof voor het gevoel

(Charles Ducal in ‘In inkt gewassen’).

Tot morgen
Frans

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *