Slapende baby’s blijven hoe dan ook mensen vertederen. Voor componisten is dat niet anders. En hun wiegenliedjes worden gekenmerkt door eenvoud. Let maar eens op: moeders spreken hun baby’tje heel spontaan, onberedeneerd, op een veel hogere toon aan dan andere gezinsleden. Alsof ze daarmee op het niveau van hun kind komen. Zo past ook een componist zich op zijn manier spontaan aan als het lied zich richt tot de baby. Wiegenliedjes worden gekenmerkt door eenvoud. Dat is een spontaan gegeven.
Surfend op het internet kwam ik al vlug bij drie componisten die een mooi wiegenlied hebben geschreven: Mozart, Schubert en Brahms. Dat van Schubert was nieuw voor mij.
Mozart : Schlafe mein Prinzchen
Schubert : Schlafe, schlafe, holder süsse Knabe
Brahms : Guten Abend, gute Nacht
Tot morgen
Frans